Samenwerken dat wél werkt: lessen uit de praktijk
Veel organisaties voelen inmiddels: de grote vraagstukken lossen we niet alleen op. We hebben elkaar nodig. Toch zie ik samenwerkingen nog vaak vastlopen. Niet door gebrek aan ambitie, maar omdat we te snel gaan. Er wordt een team samengesteld, er komt een opdracht, en we hopen dat de rest vanzelf volgt. Daarna klinkt het: “De partners gedroegen zich anders dan verwacht.” Het resultaat: frustratie, herwerk en soms voortijdig afhaken.
In mijn jaren bij toegepast-onderzoekorganisaties herkende ik telkens hetzelfde patroon: er wordt begonnen bij het einde. We duiken in ontwerpen en springen haastig door naar uitvoeren, terwijl de stille, cruciale helft van het werk was overgeslagen. Sindsdien hanteer ik een eenvoudige volgorde die consequent het verschil maakt: Verkennen, Delen, Afspreken, Ontwerpen, Uitvoeren.
Verkennen is de fase waarin nieuwsgierigheid belangrijker is dan voortgangsdrift. Ik wil weten wat ieders opgave en ambitie is, maar ook de grenzen: wat is voor jou “succes”, wat beslist niet, wat is gevoelig? Dit hoeft geen lang traject te zijn, zolang je maar écht luistert. Vaak komt er dan iets boven tafel dat later veel gedoe voorkomt.
Daarna volgt Delen. Aannames, drijfveren en zorgen leggen we expliciet op tafel—ook als dat een beetje schuurt. Deel je verwachtingen en vraag partners hetzelfde te doen. Welke risico’s zien we? Waar zijn we afhankelijk van elkaar? Meestal ontstaat er dan merkbare ontspanning: niemand hoeft nog te raden naar de agenda van de ander.
Pas daarna gaan we Afspreken. Wie investeert wat—tijd, mensen, middelen, data, netwerk—en wat mag je terugverwachten? Hoe besluiten we als het spannend wordt? Ik kies liefst voor een licht maar helder governanceframe: ritme van besluitvorming, escalatiepad en, hoe onaantrekkelijk ook, een nette exit. Niet juridiseren om het juridiseren, wel duidelijkheid zodat het team kan doorpakken.
Met die basis wordt Ontwerpen een stuk eenvoudiger. De roadmap schrijft zichzelf bijna: heldere mijlpalen, eigenaarschap, een werkritme. Geen KPI-bossen, wel een paar scherpe indicatoren en een simpele leercyclus: wat meten we, wat betekent het, wat passen we aan?
Dan pas Uitvoeren. Doen wat is afgesproken, zónder de relatie uit het oog te verliezen. Plan korte reflectiemomenten waarin voortgang én samenwerking gelijkwaardig op de agenda staan. Gaat het inhoudelijk vooruit maar haken mensen mentaal af? Dan sturen we vroeg bij—precies op het moment dat het nog goedkoop is.
Is dit omslachtig? De extra tijd zit vooral aan het begin, en die verdient zich ruimschoots terug: minder ruis, minder herstarten, meer voorspelbaarheid. Het echte verschil merk je wanneer het even schuurt; dan heb je taal, afspraken en vertrouwen om er samen doorheen te komen.
Al middenin een stroef traject? Je kunt de eerste stappen alsnog “inhalen”. Plan een kort gesprek, stel de verkennings- en deelvragen, maak opnieuw duidelijke afspraken en pas het ontwerp aan. Mijn vuistregel: kun je in één zin zeggen wat de ander wil winnen, wat jij brengt en hoe jullie besluiten als het spannend wordt? Dán ben je klaar om te ontwerpen en uit te voeren. Anders: nog heel even niet.